Denk nu eens aan je 5 beste vrienden, of aan 5 willekeurige mensen. Zijn zij allemaal hetzelfde als jij? Of zijn ze allemaal anders dan jij? “Net zoals ieders gezicht anders is, is ieders lichaam daaronder”, zei ooit eens een wijze professor op de VU tegen mij. Dat klopt als een bus, iedereen heeft andere genen. En daarom reageert iedereen ook anders op een bepaald trainingsschema. De een wordt bijvoorbeeld sneller sterker vanwege de hoeveelheid en type spiervezels of aanhechtingspunten of simpelweg de lengte van ledematen en de andere wordt weer sneller gespierd. De een heeft maar 5 uur slaap nodig en kan hard trainen en de ander is nog niet uitgerust na 9 uur slaap.

EXTERNE FACTOREN

Naast de genen heb je ook nog de externe factoren. De een eet bijvoorbeeld meer of beter dan de ander. Worden er wel of geen stimulerende middelen gebruikt? De een heeft een beroep dat zware arbeid vergt en de ander zit nog op school. De genetische en externe factoren hebben allemaal invloed op de manier waarop je op een trainings- en voedingsprogramma reageert.

BULGAARSE PROGRAMMA’S

Denk jij dat je een super hoog volume programma zoals een van de mythische Bulgaarse schema’s kunt draaien, met de wetenschap dat voor de sporters van het Bulgaars nationale team het eten werd voorbereid, de bedden werden opgeklopt, massage afspraken gepland stonden, et cetera? Het enige wat ze hoefden te doen was liften. En nu jij, in de wetenschap dat je alles ook buiten het trainen zelf moet doen, inclusief werken.

JE KUNT JE GENEN NIET KIEZEN

Je kunt nu dus samenvatten dat iedereen een andere werk- en herstel capaciteit heeft en een andere levensstijl. Daarnaast moet je de doelstelling ook niet uit het oog verliezen. Je kunt je genen niet kiezen, maar je trainingsprogramma gelukkig wel. Dus als je precies hetzelfde doet als je trainingspartner dan kun je er theoretisch de donder op zeggen dat de een meer progressie zal boeken dan de ander, en sommigen zelfs negatieve resultaten hebben (overtraining bijvoorbeeld).

PERSOONLIJK SCHEMA NIET HET BESTE

Nu denk je misschien dat een persoonlijk schema het allerbeste is? Ja, voor de ervaren atleten die serieus moeten nadenken hoe ze hun periodisering aanpakken om progressie te boeken. Ja, voor hen is een persoonlijk schema het beste. En omdat artikelen vaak gaan over topatleten, denkt iedereen dat ze een persoonlijk schema moeten hebben. Nou, zolang je nog geen 2-3 jaar traint en dus een beginner bent, dan kun je met elk fatsoenlijk geschreven schema aan de slag. Je komt er namelijk maar op één manier achter wat jouw persoonlijke schema is. En dat is door veel verschillende schema’s gedaan te hebben. Start dus met je zoektocht en misschien kom je ooit op het punt dat je een super persoonlijk schema nodig hebt! Het andere blijft nog steeds waar: jij zult anders, al is het maar iets, reageren op hetzelfde schema als je trainingspartner. Maar dat weet je als beginner niet van te voren. Kortom, laat je niet gek maken en ken je feiten!

REFERENTIES

Cardinale, M, Newton, R, & Nosaka, K. (2011). Strength and Conditioning. Biological principles and practical applications. Oxford, UK: John Wiley & Sons, Ltd.

Jones, D., Round, J, & de Haan, A. (2004). Skeletal muscle: from molecules to movement. Churchill Livingstone: Elsevier

Stone, M.H., Stone, M., & Sander, W.A. (2007). Principles and Practice of Resistance Training. Champaign, IL: Human Kinetics.

VERGEET NIET HET BESTE VOEDINGSBOEK VAN 2016 TE BESTELLEN