In een eerder artikel heb je al kunnen lezen dat het overload principe invloed heeft op 4 verschillende parameters: energie voorraden, het zenuwstelsel, de chemische boodschappers en skeletweefsel structuren (spieren, pezen, ligamenten en botten). Energie voorraden is al uitgebreid besproken in een eerder artikel (zie hieronder). In dit artikel gaan we in op de vermoeidheid van het zenuwstelsel. In de eerst volgende twee artikelen staan de laatste twee parameters centraal. Want de herstel processen begrijpen wordt pas logisch als je weet welke soorten vermoeidheid er zijn.
Lees hier eerst over de energie voorraad in relatie met vermoeidheidsmanagement
HET ZENUWSTELSEL
Het zenuwstelsel kun je verdelen in het centraal zenuwstelsel (CZS) (hersenen en het ruggenmerg) en het perifere zenuwstelsel. De laatste verbindt het centrale zenuwstelsel aan de verschillende weefsels en organen in het lichaam.
De spiercellen zorgen voor de daadwerkelijke krachtimpuls en dus beweging. Maar zonder activering en aansturing vanuit het zenuw stelsel gebeurt er niets. De spiercel heeft een signaal nodig om in actie te komen en het signaal komt vanuit de ‘zenuw cellen’. Dit signaal wordt via neurotransmitters overgebracht. Een voorbeeld is acetylcholine (Ach). Ach is de primaire neurotransmitter om een signaal (impulsoverdacht) van de zenuwcel naar de skeletspiercel over te brengen. Wanneer jij je arm wilt buigen, dan krijgen onder andere je biceps een signaal om aan te spannen en te verkorten. Gedurende trainingsessies, in het bijzonder de hoog volume en zware/maximale intensiteit trainingen, kan de homeostase van de zenuwcellen verstoord worden. Het continue versturen van hoog frequente signalen kan bijvoorbeeld de neurotransmitter Ach uitputten. Er zijn nog veel meer neurotransmitters in het centraal zenuwstelsel en sommigen hebben dagen tot weken nodig om volledig te herstellen.
Gevolgen van een vermoeid zenuwstelsel (cellen)
Wanneer zenuwcellen en/of een zenuw netwerk voldoende uitgeput is kun je dit merken aan het volgende:
- een verminderde neurale drive naar de spieren, waardoor je kracht output minder wordt.
- slecht gecoördineerde bewegingen, waardoor je technische uitvoering minder wordt.
- een minder efficiënt leervermogen van het CZS, waardoor het aanleren van nieuwe technieken (motor patronen) moeilijker wordt.
Volume vs intensiteit
Zowel het trainingsvolume als intensiteit heeft impact op de vermoeidheid van het zenuwstelsel. Hoe hoger het volume en intensiteit des te meer vermoeidheid. Ben je wel bewust van het volgende: 10 sets van 1 herhaling op 90% 1RM heeft meer impact dan 1 set van 15 reps op 65% 1RM, ondanks dat het volume ongeveer gelijk is.
Hersteltijd
De hersteltijd van het zenuwstelsel is langer dan het herstellen van de glycogeenvoorraad (enkele dagen). Enkele dagen tot enkele weken van lichte trainingsessies (lager volume en intensiteit) en/of rust is doorgaans voldoende om volledig te herstellen. Een deload week zou hier dus een perfecte oplossing voor kunnen zijn.
Referenties:
Bompa, T.O., & Haff, G.G. (2009). Periodization: theory and methodology of training, 5th edition. Champaign, IL: Human Kinetics
Isreatel, M, Hoffmann, J, Smith, C.W. (2014). Scientific principles of strength training. JTS
Jones, D., Round, J, & de Haan, A. (2004). Skeletal muscle: from molecules to movement. Churchill Livingstone: Elsevier
Robson-Ansley, P.J., Gleeson, M., & Ansley, L. (2009). Fatigue management in the preparation of Olympic athletes. Journal of Sports Sciences, 13, 1409-1420.
Lambert, C.P. & Flynn, M.G. (2002). Fatigue during high-intensity intermittent exercise: application to bodybuilding. Sprots Medicine, 32, 8, 511-522.
Stone, M.H., Stone, M., & Sander, W.A. (2007). Principles and Practice of Resistance Training. Champaign, IL: Human Kinetics.
MEER KENNIS EN TOOLS
HOME FOR POWERHOUSES, JOIN THE TEAM!
[efb_likebox fanpage_url=”DiamondTraining” fb_appid=”” box_width=”300″ box_height=”” colorscheme=”light” show_faces=”1″ show_header=”1″ show_stream=”0″ show_border=”1″ ]
Geef een reactie